Samenwoonplannen? Vul spontaan deze zin aan: samenwonen is: a. avond aan avond innig verstrengeld op de sofa liggen en ademloos elkaars wimpers tellen of b. lange discussies voeren over de juiste plaats in jullie huishouden voor vuil wasgoed of zijn verzameling plastic voetbalhelden. Het antwoord op deze vraag moet natuurlijk zijn: a én b. Samenwonen is nu eenmaal een bizarre mix van ware liefde en zakelijkheid. Wat nu? Verdiep je in de zeven gouden samenwoon-regels. Zo kan het (bijna) niet misgaan.
1. Weet waarom je dit wilt
Hoe graag aanbieders van de samenwoonblijedoos, samenlevingscontracten en hypotheken het ook anders zien, samenwonen is níét de logische volgende stap in elke relatie. ‘Waarom niet’ is de verkeerde vraag, ‘waarom wel’ de goede. Wees bedacht op verborgen agenda’s. Je zou verbaasd staan van het aantal mannen dat van samenwonen vooral regelmatigere seks verwacht. Of een huishoudfee die badkamerharen, tandpastaschilderingen en andere onsmakelijke sporen van mannelijke bewoning magisch doet verdwijnen. Dit type man sterft langzaamaan uit, maar kan veel schade aanrichten als je er per ongeluk een in huis haalt. Wat jouw eventuele stiekeme romantische agendapuntjes betreft, één harde waarheid. Volgens Canadees onderzoek ziet maar negentien procent van de mannen die gaan samenwonen dat als opstapje naar trouwen. Conclusie: ga samenwonen om goede redenen en maak korte metten met verborgen agenda’s.
2. Sluit compromissen. Echte compromissen.
Pijnlijke waarheid: vrouwen zijn vaak gehechter aan de lieve vrede dan mannen. Ronduit zeggen wat je nodig hebt, maakt dan algauw plaats voor onduidelijke hints. Of nog erger: het bedekken van je onvrede met de beroemde (beruchte?) ‘mantel der liefde’. Het eindresultaat: na weken opgekropte irritaties komt hij thuis van zijn werk en vindt jou in de achtertuin, waar je in overspannen toestand een stapel vuile boxershorts staat te verbranden, ondanks brandvoorschriften en gealarmeerde buren. De betere weg is de nuchtere weg. Als je je geïrriteerd of boos voelt, stel je jezelf een simpel ABC’tje van vragen zodra de ergste verhitting is weggetrokken:
A. wat zit me dwars (concreet en zo precies mogelijk benoemen)?
B. Wat wil ik (ideale situatie)? En (niet raden, maar ronduit vragen): wat wil hij?
C. Is dat reëel, of heeft het te maken met PMS, een zware dag op mijn werk of andere dingen die morgen anders zijn?
D. Wat is het compromis dat daaruit volgt?
Een voorbeeld. Hij rookt. Je vindt overal peuken, tot achter de shampoofles in de badkamer toe, en het huis stinkt. Wat wil jij? Rookvrij wonen. Dat is reëel. Wat wil hij? Een inhouse-rokerscafé (uit rokersoogpunt is dit ook reëel). Richt dan één aparte rookplek in huis in, waar hij zichzelf en vrienden ongestoord kan omwalmen. De rest van het huis blijft tabakvrije zone. Let op: dit principe werkt op allerlei gebieden, dus ook voor zijn verzameling bierblikjes en dergelijke. Denk wel aan de onbetaalbare vijftigprocentregel van Tracey Cox, schrijfster van het boek Hot Love: ‘Maak één op de twee irritaties openbaar, slik de andere in.’ De verbeten jacht op het honderd procent ideale samenwonen leidt tot doden en gewonden.
Samenwoonvalkuil: rooksignalen in plaats van klare taal
‘Mannen zijn niet ongevoelig, maar hun hersens zijn zo georganiseerd dat ze kleine details en veranderingen in gedrag van anderen niet opmerken.’
(Uit: Waarom mannen niet luisteren van Allan & Barbara Pease)
3. Living apart together
De verleiding om bij het delen van een huissleutel voortaan als Siamese tweeling door het leven te gaan is groot. Vooral als je relatie pril is of als je vindt ‘dat het zo hoort’, zijn jullie levens voor je het weet aan elkaar vastgebakken. Maar zelfs droomrelaties zijn niet bestand tegen een overdosis samenzijn. Op zeker moment kun je je droomprins niet meer zíén – en andersom. Buiten de deur je heil zoeken is niet langer mogelijk, omdat niet-gezamenlijke vrienden, je sportschool en je baas je niet meer (wensen te) herkennen. Moraal: leef ook nog een beetje apart van elkaar, via hobby’s, eigen vrienden en bezigheden. De bonus is dat je als lover heel interessant wordt van een beetje onbeschikbaarheid/afwezigheid… Waarom denk je dat al die vage handwerkclubs bestaan? Heus niet omdat iedereen zo graag wil leren punniken.
4. Maak een geldplan
Volgens onderzoek van de website Queendom.com kiest bijna de helft van de ondervraagde vrouwen ervoor allebei een eigen bankrekening te houden, en één nieuwe te openen voor het gezamenlijke huishouden waarop beiden elke maand een afgesproken bedrag storten. Dat is ook het advies van financiële deskundigen. (Dat de meeste mannen uit datzelfde onderzoek liefst één gezamenlijke geldpot aanhouden, bewijst dat ze voordeel verwachten van onze vrouwelijke inzichten. En terecht. Maar eh… jammer dan). NB: een geldplan maak je, net als ander belangrijk plan, ruim voordat je gaat samenwonen. Anders zit je al in het webje van de spin, zogezegd, en kun je de afspraken maar moeilijk afdwingen als je lief er eigenlijk toch niet zoveel zin in heeft.
Samenwoonvalkuil: afspraken vermijden
Nuchtere afspraken maken, zoals over huishouden en financiën, is geen romantiekkiller maar noodzaak. Bewaar je behoefte aan mysterie voor andere gebieden (zie regel 5).
5. Doe aan samenwoonetiquette
Veelgehoorde klacht: de romantiek is eraf, nu we samenwonen. Maar wat verwacht je dan als je samen in de badkamer staat terwijl hij zijn neusharen clipt en al jouw bedonsde zones onder de witte toeven ontharingscrème zitten? Er zijn dingen die je niet van elkaar wilt/moet weten. Praat niet door op het toilet met de deur open. En laat je allebei regelmatig van je beste kant zien, zoals in jullie begintijd. Geen omabroek met mottige bh erboven, maar ook eens een mooi setje. En als hij thuiskomt in strak pak met stropdas, versper dan de weg naar zijn joggingpak en sloffen en zeg dat je even van de aanblik wilt genieten. Neem cadeautjes mee. Bedank elkaar voor aandacht of hulp, en geef (gemeende) complimentjes. Zet een roos op tafel bij het eten. Doe eens gek en voer elkaar. Kortom: wees niet alleen huisgenoten. Blijf ook minnaars.
6. Probeer niet hem te redden
Maar al te makkelijk verschuift je ‘rol’ na het samenwonen van vriendin naar moeder/huishoudster/personal planner. Echter, al woon je in hetzelfde huis, hoe hij het volmaakte leven kan leiden, is niet jouw verantwoordelijkheid. Onderdruk eventuele neigingen je weg te cijferen, zijn leven zo aangenaam mogelijk te maken, wangedrag te vergoelijken of de ideale huisgenoot uit te hangen. Bedenk: hij redde zich aardig voordat je in zijn leven verscheen. Hij kan zijn leven op de rails houden, ook als je niet zijn financiën doet of de gezamenlijke agenda bijhoudt. Voor je het weet ben je zijn moeder en kun je alleen al de seks vergeten – want wie wil er met zijn moeder naar bed?
7. Doe de friteusetest
Ga niet samenwonen zonder de friteusetest. Heel fijn dat je gek op hem bent, maar is hij echt wat je in huis wilt hebben? Wordt je leven er beter van als je hem in huis haalt? Hoe scoort hij in consumententests (lees: vorige relaties)? Aangezien er voor je lief geen keurmerk bestaat, moet je uit andere vaatjes tappen. Verzamel subtiel informatie via vrienden, kennissen en familie. Besluip zijn argeloze moeder als hij weg is. Vertelt ze vertederd dat hij altijd bij haar eet, nooit een aardappel heeft gekookt en elke nacht om halfdrie thuiskomt met een herrie alsof hij een levende koe onder zijn bed probeert te verbergen, is dat een aanwijzing. Gebruik ook eigen ervaringen. Als je elke keer dat je vriend gekookt heeft de volgende ochtend een doodklap maakt over de olieplas voor het fornuis: don’t say we didn’t warn you.
Dit is een bewerking van een artikel dat ik schreef voor Cosmopolitan