Ik las in de Libelle een artikel over iemand die geen seks meer had. Eerst had ze wel seks met haar man. Veel en goede seks zelfs. Toen kregen ze een tweeling. Even een dipje, en toen weer redelijk veel en goede seks. Maar toen kwam kind drie. Even een dipje, toen nog een dipje en weer een dipje – en geen seks meer. Want druk, en geen tijd, geen energie, geen niks behalve het ouderschap. Wat ik me afvroeg bij het lezen van het verhaal van mevrouw, laten we haar even mevrouw Muts noemen voor het gemak, is: waarom toch al die kinderen? Als je er twee hebt en het lukt een beetje aardig om alles weer op de rit te krijgen, waarom dan toch nog een kind erbij zodat het je alsnog lukt je leven over het randje te laten kukelen tussen best leuk te doen en nauwelijks te doen, laat staan leuk?
Mogen we al zeggen dat kinderen een knoepert van een stressfactor zijn?
Als ik er even over na denk, en dat doe ik omdat ik momenteel een tijdschriftenartikel over stress schrijf, dan is er één stressfactor die het leeuwendeel van mijn gestreste vriendinnen samenbindt: kinderen. Van leeftijd dreumes tot leeftijd had-die-niet-allang-het-huis-uit-moeten-zijn. Kinderen. Te veel kinderen, te veel kinderen met stoornissen, of te jonge kinderen. Blijkbaar zijn kinderen een forse stressfactor in het leven van vrouwen. Of mogen we dat niet zeggen? Want welk boek over stress ik ook doorwerk, die stressfactor staat er mooi niet in. En als ik google op kinderen en stress, krijg ik een hele hoop verhalen over gestreste kinderen, maar niet over ouders met stress. Zoek ik op ouderschap en stress, dan komt er meteen een verhaal over armoede en een zwakke sociale achtergrond als indicatoren voor een gestrest ouderschap. Zo van: westers, goed opgeleid, welvarend en stress van kinderen – moi? Welnee! Kan niet.
Gestreste kinderen, gestreste ouders
Volgens mij mag, Heleen van Royen en haar baanbrekende boeken ten spijt, nog steeds niet worden gezegd dat ouderschap stresserend werkt. En als we toch lezen over al die kinderen met stress, dan mogen we daarbij meteen opmerken dat gestreste kinderen gestreste ouders opleveren. Onze maatschappij draait onze kinderen dol, met sociale media, onhaalbare idealen op Facebook, en een ijzeren eis tot prestaties leveren en conformeren. En bijgevolg zie ik in mijn vrienden- en kennissenkring dat er meer mensen rondlopen met een of meer kinderen met een psychische diagnose dan zonder. En waar laten mensen die? Niet meer op school. Ik was vroeger een stil en wat narrig kind, en dat duurde jaren. In de huidige tijd was ik voor depressief en autistisch verklaard, en was de school ‘maar even laten zitten’ vast een optie geweest. In die tijd was het volkomen ongewoon om een kind zo voortvarend van stempels te voorzien, en even ongewoon om een kind dan ‘maar even thuis te laten.’ Je ging naar school, naar de HBO, naar welke opleiding dan ook, tot je klaar was op de arbeidsmarkt te verschijnen. Gelukkig maar, zeg ik dan zelf, want al dat gestempel heeft voorzover ik om me heen zie nog geen kip – of kind – geholpen. Voor je het weet ben je een geval, en zit je de hele dag het brood van psychologen te helpen verdienen in plaats van je leven op de rit te krijgen. Daarmee wil ik niet zeggen dat stoornissen niet bestaan, integendeel. Maar een kind op een zijspoor zetten is wel gauw gebeurd. En dan heb je als ouder voortaan een ‘geval’ in huis met alle gevolgen van dien. Gestrest kind, gestreste ouder.
Kunnen we de discussie nu opengooien?
Snelle oplossingen voor onze zélf aardig gek geworden maatschappij zijn er niet. Maar kunnen we wel alvast de discussie open gooien? Kinderen zijn een stressfactor. Je kunt maar beter twee keer nadenken voordat je er zogezegd nóg maar eens een zwangerschap tegenaan gooit omdat de vorige een of twee best leuke resultaten hebben opgeleverd. Kinderen krijgen doe je beter niet tot de drukte tegen de badranden van je leven aanklotst. Je weet pas dat het eigenlijk niet kon als je er middenin zit, en terugbrengen met de kassabon erbij gaat niet lukken. En denk ook niet alleen aan het belangrijke doel om je eigen leven doenlijk te houden op microniveau. Besef ook dat op macroniveau de voorzieningen én de goede wil om kinderen lekker mee te laten draaien behoorlijk ingekrompen zijn. Met rugzakje naar een ‘gewone’ school, net wat minder gewoon blijken dan gewenst, en hop: kindlief wordt teruggeworpen in de thuisschoot. Al dan niet voorzien van een oeverloos traject temidden van een legertje hulpverleners. Een doemscenario dat heel wat vaker voorkomt dan je denkt. Kortom: kinderen, vooral doen als je wilt en kunt, maar kijk vooraf realistisch wat je mogelijkheden zijn – thuis, én in een maatschappij waar kinderen met een rafelrandje nog maar nauwelijks de kans krijgen gewoon mee te draaien.