Bescheidenheid. Dat ‘siert de mens,’ zeiden ze vroeger. Maar anno nu hebben we een fors tegengeluid, zoals in de vorm van uitspraken van Oprah-icoon Maya Angelou. Terecht, want met bescheidenheid is het oppassen. Zeker voor vrouwen.
Ooit stond in Oprah Winfreys O-Magazine een opvallende uitspraak van de helaas inmiddels overleden schrijfster Maya Angelou: ‘Als ik iemand bescheiden hoor praten, maak ik dat ik wegkom. Bescheidenheid spreekt boekdelen over onechtheid, doen alsof, liegen, niet zijn wie je bent.’ Hallo? Bescheidenheid is toch een heel mooie eigenschap? Je moet er toch niet aan denken dat de wereld bestond uit brallerige Tsjakka-types? Ja en nee. Bescheidenheid is mooi, maar verraderlijk. Letterlijk staat in het woordenboek bij het woord bescheiden: ‘Geen te hoge gedachten van zichzelf hebbend.’ Maar waar ligt de grens tussen ‘te hoge gedachten’ en ‘te lage’? Marga (26) zegt: ‘Het lijkt wel of ik vind dat anderen meer rechten hebben dan ik. Als mijn vriendinnen afspraken op het nippertje niet nakomen, geen probleem. Maar voor mezelf “mag” het niet. Pasgeleden stond een vriendin voor de derde keer op mijn voicemail om te vragen of we onze afspraak voor die avond konden verzetten. Ik heb gedaan of ik niets had gehoord en ben gewoon naar het café gefietst. Nu nog de moed verzamelen om de confrontatie aan te gaan…’
Wanneer gaat bescheidenheid te ver?
Bescheidenheid kan je beroven van goede dingen, zoals reële rechten of zuurverdiende complimenten. Ook kan het je saboteren in bereiken wat je echt wilt. Bescheidenheid kan dus beter worden vervangen door eerlijkheid en realisme. Murmel niet iets onduidelijks als je baas vraagt of je die moeilijke klus aankunt. Weet je dat het antwoord ‘ja’ is, zeg dat dan! Niet dat je hoog van de toren moet blazen als je een keer zwak staat, maar dat is toch al niet echt ‘des vrouws’. Ons mechanisme schiet veel sneller richting overmatige bescheidenheid dan richting zelfoverschatting. En daarmee schiet je jezelf in je voet. Mensen zullen namelijk geloven in wat jij zegt en uitstraalt, zeker als je daden (nog) niet voor je spreken. Mijn persoonlijke stelregel is altijd: ‘Ik kan het, tot het tegendeel bewezen is.’ En daar heb ik tot nu toe gelijk in gehad. Laat het daarentegen aan anderen over om in je talenten te geloven, en je krijgt de domste klussen toegeschoven, er komen liefdeskandidaten op je pad die het niet eens verdienen om je vuilnis buiten te zetten, enzovoort. Wie haar stuk van de koek niet opeist, krijgt het meestal niet. Oneerlijk? Vast – maar een feit.
Laat de bescheidenheid maar eens varen
Dus laat je bescheidenheid wat vaker varen. Dat is niet eens zo makkelijk. Het betekent dat je niet langer probeert je in te dekken tegen mislukking of hoge verwachtingen, dat je onzekerheden moet tackelen, dat je niet steeds probeert aardig gevonden te worden, kortom: je steekt je nek uit. Maar troost je: zolang je realistisch bent over jezelf, zal het niet gauw gebeuren dat iemand je met schotels van ogen aankijkt en zegt: ‘Oh! Nu komt de aap uit de mouw! Wat kun jij opscheppen, zeg!’ Overmatige bescheidenheid loslaten betekent vooral dat je meer van je echte zelf laat zien. De kans dat je vervolgens in een arrogante windbuil verandert, is erg klein.
Bescheidenheid kan ongezond zijn
Zeker als je van huis te veel bescheidenheid hebt meegekregen, kan een nieuwe houding je leven veranderen. Naomi (40): ‘Op mijn tiende was ik al heel bescheiden. Mijn moeder en oma waren een voorbeeld: bewaar de vrede, wees wijs, houd je mond. Dus cijferde ik mezelf weg. Ik vond dat ik geen talenten had. En zolang ik dat dacht, ontplooide ik ze ook niet. Paardrijden was mijn grote passie, maar ik presteerde daarin gemiddeld. Ik was kwetsbaar. Vond iemand me niet aardig, dan was ik stuk. Pas tegen mijn twintigste begon ik in te zien dat al te bescheiden mensen niet veel bereiken, dat ze worden gebruikt. Eerst durfde ik niet eens te dénken dat ik dingen beter kon dan gemiddeld, nu kreeg ik door dat ik interessant was zoals ik was. Nu, jaren later, ben ik trots op mezelf. Mensen zeggen maar wat ze willen. Ik rijd paard op hoog wedstrijdniveau. Ik werk in de zorg en weet dat ik talent heb om mensen te helpen. Veel mensen zouden minder bescheiden moeten zijn. Wat presteer je allemaal wel niet: in je werk, je relatie, je hobby’s. Als je dat durft te zien, word je stukken gelukkiger!’
Bescheidenheid en ‘de anderen’
Kom je uit bescheidenheid niet uit voor je behoeftes, dan ligt onderhuidse wrok of woede op de loer. Baas, vriendinnen, tennispartner: noem maar op, ze krijgen jouw inschikkelijkheid nooit gratis en voor niets! Er is een verborgen rekening en die wordt gepresenteerd. Opeens gun je je collega die overmatig grote plek in de zon niet meer en snijd je hem of haar de pas af. Of je deelt je verbijsterde vriend out of the blue mee dat je hem niet meer wilt zien omdat jouw behoeftes (wist hij veel!) nooit aan bod kwamen. Enzovoort. Kortom, niemand is erbij gebaat als jij je ware wensen, ideeën en behoeftes verdonkeremaant…
Dit is een bewerking van een artikel dat ik eerder schreef voor Cosmopolitan.