Een onbekende combinatie is het: de overgang en een droge mond. Net zo onbekend is het feit dat een droge mond je grote partner in het bestrijden van tandproblemen hindert in zijn werk: we hebben het dan over je speeksel. Heb je sinds de overgang een moeilijker gebit en een drogere mond, dan zijn er wat simpele dingen die je kunnen helpen.
Zuchtend pakte ik de fiets om maar weer naar de tandarts te rijden. Alweer een gaatje! “Heb je soms stress?” vroeg mijn tandarts toen ik mijn nood klaagde. “Nou, wel gehad – ik heb net mijn master gehaald. Maar hoezo, stress?” was mijn wedervraag. “Stress maakt je mond droger, en je speeksel is belangrijk om caries te voorkomen.” Nu had ik inderdaad meer drukte gehad de afgelopen tijd, maar ik was ook in de overgang gekomen. En sindsdien had ik regelmatig een droge mond. Een onbekend stel, de overgang en gebitsproblemen, maar al googelend vond ik meer informatie. Op de website Exceedhs.com, vond ik terug dat de dip in oestrogeen en progesteron tijdens de overgang, je speekselklieren hindert in hun werking. Onvoldoende speekselvloed en dus een droge mond is het gevolg. En die verstoorde natuurlijke ‘mondhuishouding’ leidt dan weer tot een aantal problemen.
Nog beter dan tandpasta: je eigen speeksel
Speeksel vloeit letterlijk rond de tanden en het tandvlees, en spoelt ze schoon. Daarbij heeft je speeksel ook nog een antibacterieel effect, het helpt de mineralisatie van je gebit en beschermt je gebit tegen aanvallen van buitenaf. Speeksel is, zoals ook te lezen is in de wetenschappelijke tekst Saliva and dental caries van F.J. Dowd, meer dan de som der delen. Het is een bijna magisch goedje dat optimaal is uitgerust om de mond gezond te houden. Vervelend genoeg, zijn tandpasta’s wel gemaakt om de mineralisatie van je gebit op peil te helpen houden. Maar speeksel stimuleren, nee. Dus dat mogen we zelf doen.
Citroenen en tonggekwispel
Er zijn een paar manieren om te zorgen dat je een droge mond zelfs zonder hulpmiddelen bevochtigt. Ten eerste kun je intens gaan zitten denken aan de smaak van citroenen. Zuur, zuur, zuur! Al snel loopt het speeksel je in de mond. Zit je ergens even privé, dan kun je ook met je tong langs de binnenkant van je kaaklijn gaan, of met je tong ingebed in je onderkaak, zachtjes naar voren en achteren bewegen tot je met je tongpuntje bijna de basis van je tong kunt raken. Een beetje smakken om het opkomende speeksel te verdelen is helemaal mooi, maar dan moet je wel buiten gehoorsafstand van je medemens zijn natuurlijk.
Drink!
Regelmatig in kleinere dosissen drinken zodat je je mond spoelt, is ook belangrijk. Omdat een zure of zoete drank dan net weer een aanslag op je gebit vormt, is het beter om ongezoete thee of, nog liever, water daarvoor te nemen. Wals het vooral een beetje door je mond heen voor het doorslikken. Op die manier wordt de natuurlijke bevochtiging een handje geholpen door ‘kunstmatige’ bevochtiging, maar ook helpt het opnemen van voldoende vocht bij het aanmaken van speeksel. Tot slot, is het juist in de periode van je overgang belangrijk om geen poetsbeurten over te slaan en extra goed voor je gebit te zorgen. Poets vooral ook voor je naar bed gaat. Want ook ‘s nachts, vertellen de deskundigen van North Tampa Dentistry op hun website, staat de speekselaanmaak op een extra laag pitje wat je gebit gevoeliger maakt voor tandbederf door voedselresten, tandplak en bacterien. En probeer extra zure of zoete dranken, cola voorop, zo weinig mogelijk te drinken én je voedselmomenten over de dag heen te beperken tot ongeveer vijf keer. Je gebit heeft het tijdens de overgang al zwaar genoeg…