Midlife-crisis bij vrouwen: waarom is dat zo anders?

Home / Midlife-crisis bij vrouwen: waarom is dat zo anders? - November 12, 2018 , by admin

Over de midlife-crisis wordt veel geschreven. Maar die teksten gaan vaak over mannen, en zijn zelden geschreven voor vrouwen en door vrouwen. Terwijl de midlife-crisis bij vrouwen simpelweg heel andere accenten kan hebben. Dat komt omdat de focus in ons leven anders ligt. Ik ken letterlijk geen enkele vrouw voor wie relaties niet het centrale punt in het leven vormen. De motor achter wat je doet, de essentie van dat waar je in gelooft, de ster aan de horizon die je volgt als je denkt aan je verdere leven.

Ik las gisteren zo’n zeldzaam artikel in Oprah Magazine over de midlife-crisis bij vrouwen. Gek genoeg kwamen relaties daarin niet of nauwelijks voor. De theorie was hier, dat we meer ballen in de lucht houden dan ooit en dat we overbelast en overvraagd door het leven gaan – terwijl we financieel of geestelijk nauwelijks profiteren van de opbrengsten waarop we gehoopt hadden. Hier zit iets in. Zeker in deze tijd van contra-emancipatie. De banen waarin wij ons begeven, betalen een fractie van de banen die vooral door mannen worden bezet. Zorg, onderwijs, cultuur, kunst. ‘Mijn’ eigen journalistiek. Ooit kon je er tenminste van leven, nu ben je een onderbetaalde freelancer met alsmaar afkalvende tarieven en voorwaarden. De pressie om te produceren kan daardoor soms zelfs bijna groter dreigen te worden dan je creatieve drive om iets moois te maken. En dan ben ik nog niet eens een van de vele vrouwen die een geestdodend flutbaantje hebben – of twee – om de hypotheek te helpen betalen. Ik zet die theorie over de aard van de vrouwelijke midlife-crisis dus niet weg. Maar ik denk wel, dat er nog iets speelt. Relaties dus.

De pot goud aan de horizon
Gevoed door romantische films en boeken, zul je niet de eerste vrouw zijn die in haar teens en twenties dacht dat een romantische relatie het antwoord op je dromen is. Ik dacht dat zeker. Nu heb ik decennia van relaties achter mijn knoop, en ik weet nu: je relatie met een partner is niet zaligmakend. Het is niet het antwoord op je dromen. Er kan iets blijven knagen van onvervuldheid, onbestemdheid, dat ‘is dit alles’ waar Doe Maar (ben je aan je midlife toe, dan ken je die groep vast wel) zo treffend over zong. En dat is een midlife-besef van jewelste. Midlife draait om verlies. Van je dikke bos haar misschien, van je wespentaille – maar vooral ook van illusies, vooraf aangenomen antwoorden en verhoopte zekerheden. Dit is er één. Een levenspartner is een veredelde huisgenoot met wie je het moet zien eens te worden, al is hij of zij ook de persoon met wie je met wat geluk een liefhebbende tweepersoonsfamilie vormt.

Het einde is ingebakken
Nog zo’n verlies dat we lijden rond de midlife-tijd, is het kunnen doen alsof relaties voor altijd zijn. Wie dacht er over de eindigheid van relaties toen we nog het grootste deel van ons leven te gaan hadden? Nu zijn we al veel meer mensen verloren dan we ooit gedacht hadden. Niet alleen aan relatiebreuken, verhuizingen enzvoorts. Ook aan magere Hein, de dood, het definitieve einde. Ik had nooit gedacht dat ik rond de vijftig al zo’n trieste lijst zou hebben van mensen die ik van mijn leven niet meer zal zien omdat ze er niet meer zijn. Maar ik besef nu goed, dat het einde is ingebakken. Een pijnlijk besef, want de onbevangenheid waarmee je ooit in relaties kon staan, is daarmee weg. Zeker ook omdat velen van ons het ultieme verlies zien dreigen of al geleden hebben: het verlies van onze wortels, dat dikke boek waar ons eigen levensboek al die tijd op kon leunen. Namelijk, onze ouders. Ook dat is midlife. En het valt niet mee, om het zacht uit te drukken.

De wereld verandert niet (erg)
Als er iets is wat ik altijd stiekem heb gehoopt, is dat mijn relaties de wereld zouden helpen veranderen. Dan bedoel ik met name de relatie met mijn lezers, mensen die mijn boeken en artikelen en posts lezen dus. Alsof er zich een olievlek zou kunnen uitbreiden rondom mij, van idealen die crowdsurfend van lezer tot lezer reiken tot het eind van de wereld. Nu ik rond de vijftig ben, moet ik onder ogen zien wat altijd al voor de hand lag. De wereld verandert niet, althans niet overtuigend en ook niet in onze jaren. Dierenwelzijn, vrouwenrechten, een stop aan het hyperkapitalisme van onze tijd – ik moet accepteren dat ik er iets over kan zeggen, veel erover kan zeggen, maar dat er aan het eind van het liedje maar mondjesmaat iets verandert. Iets dat ook weer terug kan veranderen als ik aan de andere kant van het gras lig. Ik verbeeld me dat, van Femke Halsema tot Eleanor Roosevelt en al die andere vrouwen die grootse idealen voor zich zagen, heel wat mensen ook zoiets ook moeten ervaren of moeten hebben gevoeld. We hebben relaties gelegd en gevraagd om verandering – maar de wereld verandert per saldo niet (erg).

Het werk dat de midlife crisis vraagt
Daar ligt dus ook het specifieke werk dat de midlife crisis van vrouwen vraagt. Ten eerste moeten we het romantische ideaal loslaten. Maar, zoals de ook al te vroeg overleden schrijver Susan Jeffers zei, daar staat iets tegenover. We kunnen leren om alle relaties in ons leven een gelijk belang toe te gaan kennen. Ja, er zijn romantische relaties. Maar laten we onze ogen openen voor de zegeningen van relaties met vrienden, familieleden, buren, gelegenheidspassanten, dieren, de natuur – en misschien ook wel God of het goddelijke of de bron of hoe je het noemen wilt. Niet in die éne, maar wel in de zegen van de onuitputtelijke diversiteit van relaties kunnen we een belangrijke drijfveer vinden. Want terwijl de wereld zegt dat één relatie groots en meeslepend moet zijn, kunnen wij zelf besluiten dat een veelheid van relaties levensbelangrijk kan zijn in het kleine, zo je wilt het nederige van alledag.

De oneindige relatie met onszelf
Het is niet gemakkelijk maar wel noodzakelijk om de eindigheid van onze relaties zo onbevreesd mogelijk in het gezicht te leren kijken. Maar ook hier is niet alleen sprake van het verwerken van verlies. In het zicht van de eindigheid van relaties, is er nog één levensgroot inzicht te verwerven. Namelijk, dat we de relatie met onszelf tot het laatste moment zullen mogen genieten. Laten we die relatie met onszelf sterker gaan waarderen als constante factor in een leven waarin anderen zo gemakkelijk weg kunnen vallen. Want zolang we zelf ademhalen, zijn wij zelf een bron van levenslange mogelijkheden om nieuwe relaties te vormen, of aspecten in onszelf uit te diepen en onszelf meer te leren kennen. Dat is niet zomaar een troost, als je dit werk weet te doen, kan het tot je eigen verbazing de hoofdprijs blijken te zijn.