Vreemdgaan ligt: a) aan de ander of b) aan de relatie. Of toch c)?

Home / Vreemdgaan ligt: a) aan de ander of b) aan de relatie. Of toch c)? - January 21, 2019 , by admin

Ik heb de zin twee keer moeten lezen, in een interview met de populaire Esther Perel in de Happinez van een tijdje geleden. Er stond namelijk: “Bij vreemdgaan denken we al snel dat er iets mis is met de ander, of met de relatie.” Tot zover de opties. We gaan, zo lees ik, vreemd omdat we vinden dat er iets niet meer snor zit in de relatie, of omdat er iets niet klopt aan de ander. Het betoog dat er dan volgt, is dat er eigenlijk helemaal niet iets mis hoeft te zijn. Shit happens, of zoiets? Zijn we nou zo ver gekomen met z’n allen, dat we bij vreemdgaan helemaal niet meer denken aan een derde optie, aan optie c? Die optie is dat er in geval van vreemdgaan iets mis is met onszelf. Full disclosure, ik ben zelf weleens slachtoffer geweest van een vreemdgaande vriend, jaren geleden. En al kwamen wij er niet uit, ik ben de eerste om te zeggen dat er wellicht toch nog uit te komen valt, dat het niet per se de doodklap hoeft te zijn, als je oprecht probeert samen de stukken te lijmen. Ook vind ik, dat ik zelf fouten heb gemaakt in die relatie die er deels aan hebben bijgedragen dat de beschikbaarheid die mijn toenmalige vriend nodig had, stiekem van elders ging komen. Maar dat gezegd hebbende: als in een relatie iemand vreemdgaat, dan is er wel degelijk een optie c) en dat is dat er iets mis is met de persoon die vreemdgaat zelf. Er is iemand geweest die een klein stukje passie elders, belangrijker heeft gevonden dan de hele liefdestaart thuis. Er is iemand geweest die het niet heeft opgebracht om zich in te houden, bijvoorbeeld vanwege de wetenschap dat iemand thuis zich ongelooflijk gekwetst zou voelen als zij of hij ervan wist. En dat is de vreemdganger. Dat is optie c: er schortte iets aan het gedrag van de bedriegende partij. Waar vinden we dat nog terug in de huidige discussie? Nergens.

Fijn hé schat, ik ga vreemd
Tegelijkertijd las ik in een ingezonden brief aan de Libelle nog zo’n merkwaardige stelling. De dame in kwestie ging vreemd, en dat gaf haar leven sjeu naast de ingedufte relatie. En dus gaf het haar samenzijn met de bedrogen partij – man’lief’ – indirect ook sjeu. Kortom, vond zij, vreemdgaan heeft goede kanten. Pardon?? Noem mij getikt, maar als er iets ontbreekt in je relatie, ga je in gesprek met je vriend, vriendin of echtgenoot. Dan geef je jezelf en de ander de kans op beter. Dan ga je samen kijken of er meer van te maken is. Zo niet, besluit je na rijp beraad en de inspanning die een serieuze relatie verdient, om uit elkaar te gaan en elders je dromen na te jagen. Maar achter de rug van je partner een ander pakken zodat je het nog een beetje leuk hebt binnen, of liever, ondanks de vaste relatie die niet meer volstaat? Nee, mij overtuig je daarmee niet dat vreemdgaan dus een positieve kant heeft.

De winst- en verliesrekening van vreemdgaan
Wat leven we in een bizarre tijd, dat de discussie over vreemdgaan zich momenteel vooral richt op de vraag wat er eventueel in de relatie of bij de partner ontbreekt, of juist niet; of op de vraag wat we zelf als bedriegende partij voor fijns uit dat vreemdgaan halen. Natuurlijk moet je brokken proberen op te rapen als vreemdgaan eenmaal een feit is geworden. Maar dan is het gedrag van de persoon die vreemd is gegaan, blijkbaar een gepasseerd station? Blijkbaar. Het is nu eenmaal niet meer in de mode om iets anders te roepen dan ‘ik ben okee, jij bent okee.’ De stelling dat we onszelf en de ander ter verantwoording mogen roepen als er mores in het gedrang komen, is niet populair. Maar voor jezelf en elkaar benoemen dat er in een relatie mores zijn en dat we onze stinkende best dienen te doen om die hoog te houden – is dat niet een pilaar onder welke relatie dan ook? Als je vreemdgaat, is er iets mis met je gedrag, en kun je alleen maar de zuivere kant van leven en relatie terugzoeken door voor jezelf en de ander met je billen bloot te gaan.

Niemand wil bedrogen worden, maar zelf bedriegen willen we wel
Het gekke is: niemand wil slachtoffer worden van vreemdgaan. We huiveren ervan, instinctief en intensief. Iedereen die een relatie aangaat, hoopt de enige te zijn en te blijven. Maar toch wordt vreemdgaan steeds meer met vergoeilijking benaderd. Het is even een momentje dat je met een ander had, een vergissinkje tijdens de midlife- of midrelatie-crisis, een opwindende verkenning van een andere mogelijkheid. Nou, de missie om het op die manier weg te zetten, is bij voorbaat gedoemd te mislukken. Vreemdgaan slaat een krater van jewelste in het vertrouwen tussen partners. Het is een psychische stressfactor voor de bedrogen partij, en zelfs voor de bedrieger en haar of zijn ‘maat.’ Kijkt iemand ooit nog naar het moment waarop je nog terug kunt, naar de noodzaak om je met je tanden en je vingernagels vast te houden aan het besluit het niet te doen en aan de persoon die je wilt zijn als je echt goed nadenkt? Als we dat deden, kelderde het aantal vreemdgangers beslist. Want de winst- en verliesrekening van vreemdgaan slaat bloedrood door in het negatieve. Waar zit nu echt de winst? Als je bij je partner blijft, moet de relatie weer opkrabbelen én is de derde partij alsnog uit beeld. Als je niet blijft, had je net zo goed eerst vaarwel kunnen zeggen en dan je tent in een andere tuin der lusten kunnen opslaan. Vreemdgaan is liegen, bedriegen, en weigeren om ronduit eerlijk te zijn over wat je wilt, wat je nodig hebt, wat je hoopt. En die lust en passie, ach, als je met je nieuwe vlam verder gaat, komt die op zeker moment ook weer tot luwen. Dan moet je het alsnog proberen met liefde, intimiteit en de uniciteit van het hopelijk steeds meer jaren delen van een gezamenlijke geschiedenis.

Vreemdgaan? Van mij en hopelijk vele anderen die hun hoofd nog recht op hun nek geschroefd hebben zitten, mag de discussie daarover weer terug naar de discussie over mores. Populair of niet.