De overgang: opnieuw nadenken over je levensritme

Home / De overgang: opnieuw nadenken over je levensritme - February 4, 2019 , by admin

Pasgeleden las ik eindelijk een post op een website die uitlegde waarom we ons in de overgang zo volkomen, verpletterend moe kunnen voelen. Als je de Engelse taal machtig bent: een aanrader vanwege de duidelijke uitleg van de hormonale toestanden waar we als vrouwen mee te maken kunnen krijgen. Het enige bezwaar wat ik heb tegen de post, is dat die meegaat in de epidemie van we-lossen-het-opperitis die de overgang omgeeft. Want zoals veel artikelen over de overgang en de klachten daarbij, draait de zaak weer eens uit op een serie raadgevingen om eroverheen te komen. Je kent het wellicht – ik inmiddels zeker; goed slapen, goed eten, suiker en koffie en andere vreugden in het leven vaarwel zeggen, vitamine dit en mineraal dat en zus en zo. Ten eerste zijn dit soort adviezen niet alleen erg algemeen, en er is ook nog eens niet bewezen dat ze helpen bij moeheid in de overgang. Let wel, alle beetjes helpen en een gezonde(re) lifestyle zal dat ook doen. Maar we hebben het dan over het weghalen van de scherpste randjes aan het probleem. Misschien duurt een moeheidsdip eventjes korter, of is hij eventjes minder diep. Maar de moeheidsdips blijven gewoon komen zolang als de overgang onze hormonale balans aan het resetten is. Intussen is het dweilen met de kraan open. Maar punt twee van mijn bezwaar is wellicht nog fundamenteler. Namelijk: waarom o waarom zouden we eigenlijk alles uit de kast moeten halen om zo snel mogelijk weer op maximale toeren te gaan draaien?

De yin-tijd in je leven
Als we het leven een beetje karikaturaal schetsen volgens de westerse verwachting, krijgen we dit: zodra we kunnen kruipen, via scholing opstomen naar een werkzaam leven waarin we voortaan kunnen hollen. Net als de rest van de meute. Na afloop van een werkzaam leven met piepende remmen tot stilstand komen, want de onzichtbare maar almachtige regisseur van de maatschappij (waar zit die man eigenlijk?), niet te verwarren met God, heeft gesproken. We zijn klaar. En dan? Na ja, de golden girl of boy uithangen, hé? Doen waar je zin in hebt en zo.

Yin, yang, en pats, weer yin
Dus, je ligt in je wieg. Fase een. Je komt op gang en je blijft op gang. Fase twee. Je stopt ermee en ligt op de sofa om daytime TV te kijken. Fase drie. Hoe hebben we dit verzonnen gekregen? Is het niet veel logischer dat ons levensritme veel genuanceerder wordt? Dat we pauze en activiteit afwisselen? Net zoals we ‘s nachts slapen, en overdag bezig zijn, is het beslist logisch dat het qua levensritme zo rond ons midden-veertigste á vijftigste een tijdje nacht is overdag, zogezegd. In de Chinese filosofie wisselen yin en yang, rust en activiteit, elkaar af. De een is niet groter dan de andere. De een is niet belangrijker dan de andere. Wij westerlingen daarentegen staan constant in het teken van de yang, totdat we rond de pensioentijd gedwongen of niet acuut in yin-stand ‘mogen’ komen te staan (NB: of dat in Rutte-tijden ook echt lukt ondanks het feit dat je als grootouder mag participeren in de opvoeding van de eventuele kleinkinderen omdat ma en pa aan het werk zijn, is punt twee).

Logisch, de pauzestand
Gelukkig komt er al wat besef dat een periode van zo’n vijftig werkzame jaren achter elkaar niet ideaal is, en tussendoor pauzes nodig zijn. Vandaar de opkomst van het sabbatical-year en andere lange pauzes van het werk. Maar dan worden we wel geacht om de wereld rond te reizen of iets ander groots te doen. Waarom kunnen we voortaan niet een tijdje pauzeren om het pauzeren, middenin ons leven? Als ik terug kijk, vind ik het geen wonder dat het even nacht is geworden in mijn bestaan. Ik heb er ruim dertig jaar werken op zitten, en bij elkaar ook nog een paar decennia van scholing voor en tijdens mijn werkzame bestaan. Je zou van minder in pauzestand komen te staan. Voeg daarbij het pittige hormonale werk dat vanbinnen gebeurt als je door de overgang gaat, en je kunt alleen maar besluiten dat je het volste recht hebt op wat sofa-tijd. En als ik het geluk heb om nog wat jaren mee te mogen gaan, heb ik vóór mijn AOW – en ongetwijfeld ook tijdens – nog wel wat drukte voor de boeg. Dus dit is wat we in de overgang echt mogen gaan veroveren: het recht om een flinke scheut rust bij te voegen in ons dagelijkse leven. Let wel, niet waar we maar willen. Want aan de eisen die je leven aan je stelt doe je niet zomaar iets. Eventuele relatie en/of kinderen, werk, sociale verplichtingen en mantelzorg, ze gaan niet spontaan in pauzestand. Maar lukt het dan een keer om wat tijd voor jezelf te nemen en twee uur te gaan slapen of rusten al is het klaarlichte dag? Gefeliciteerd, goed zo, en weg met het stiekeme schuldgevoel. Laat staan dat je je oog mag laten vallen op de volle wasmand of de mailbox of de brief van de oudercommissie. Rust maar even lekker uit meisje, ga maar even voluit in yin-stand. We hebben het verdiend.